On-premises vs. Off-premises

De organisatie is volledig verantwoordelijk voor de end-to-end uitvoering en het beheer van de infrastructuur. Ontwerp, aankoop, assemblage, bediening, back-up, beveiliging en onderhoud worden allemaal in-house afgehandeld.

De managed serviceprovider is verantwoordelijk voor het beheer van de computinginfrastructuur. Back-up van de stroomvoorziening, onderhoud, back-up van data en andere verantwoordelijkheden worden allemaal verzorgd door de cloudprovider.

De organisatie is volledig eigenaar van de locatie van de infrastructuur, de apparatuur, het netwerk en de beveiliging. Eventuele problemen met de infrastructuur zijn uitsluitend de verantwoordelijkheid van het interne IT-team om op te lossen - op dezelfde manier als een huiseigenaar over het algemeen verantwoordelijk is voor het repareren van het dak of het installeren van beveiligingssystemen in huis.

Omdat de organisatie de volledige controle heeft over alle aspecten van de infrastructuur, kan zij meer flexibiliteit hebben bij het creëren van gepersonaliseerde systemen waarin hardware en software worden geïntegreerd volgens de behoeften van het bedrijf.

De cloud-service provider is eigenaar van de faciliteit en de computermiddelen. De organisatie die gebruikmaakt van de infrastructuur is als het ware een huurder. Zij kan de infrastructuur gebruiken in overeenstemming met de overeenkomst met de aanbieder. Het bedrijf heeft minder controle over beslissingen over faciliteiten en middelen.

Omdat de volledige infrastructuur door de organisatie moet worden gebouwd, vergen on-premises-setups over het algemeen grote kapitaaluitgaven. Om deze aanpak financieel zinvol te maken, moet de organisatie een positief investeringsrendement behalen dat hoger is dan de kapitaalkosten, vergeleken met alternatieve oplossingen. Grote initiële investeringen maken het ook moeilijk om een project halverwege af te breken, zelfs als de bedrijfsbehoeften of de marktvoorwaarden veranderen.

De meeste cloud-service providers bieden een pay-as-you-go (PAYG)-betalingsmodel aan. Dit abonnementsmodel vermindert de noodzaak van hoge kapitaaluitgaven. Klanten kunnen de dienst in de meeste gevallen ook verlaten wanneer zij dat willen. Dit betekent dat zij niet het risico lopen met onrendabele projecten op hun balans te blijven zitten.

Na de initiële kosten heeft het bedrijf doorlopende uitgaven voor energie, onderhoud en personeel.

Op jaarbasis kunnen de lopende kosten iets lager zijn dan de kosten voor off-premises-oplossingen. Bedrijven moeten echter ook rekening houden met de terugbetaling van leningen als onderdeel van het volledige financiële plaatje. Als de infrastructuur niet met schulden is gebouwd, moet in plaats daarvan rekening worden gehouden met de afschrijving van de activa.

Gebruikers betalen een abonnementsgeld of standaardkosten op basis van de middelen die zij gebruiken. Op deze manier kan off-premises-computing zeer flexibel zijn. De kosten voor het onderhoud van faciliteiten en middelen worden gedeeld door alle klanten van de provider. Over het algemeen betekent dit lagere kosten voor klanten dan on-premises-alternatieven.

On-premises-infrastructuur heeft een beperkte schaalbaarheid. Eenmaal gebouwd, kunnen resources niet dynamisch worden aangepast. Dit kan leiden tot een gebrek aan resources of onderbezetting van resources, afhankelijk van de fluctuerende behoeften van de organisatie.

Cloudproviders bieden een grotere schaalbaarheid van resources. Organisaties kunnen resources naar boven of beneden schalen op basis van de vraag. De juiste hoeveelheid resources is vrijwel altijd beschikbaar via het off-premises-model.

De infrastructuur hoeft geen verbinding te maken met het bredere internet. Het interne IT-team kan er toegang toe krijgen via het lokale netwerk. Dit verhoogt de privacy en veiligheid van de infrastructuur, waardoor het mogelijk een goede keuze is voor bedrijven in sterk gereguleerde sectoren.

Gebruikers hebben alleen toegang tot de infrastructuur via het internet, omdat deze zich niet op het terrein van het bedrijf bevindt. Als toegang via het internet niet ideaal is, moeten de cloudprovider en de organisatie een veilig privénetwerk bouwen.

Bedrijven zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun infrastructuur, platform en eventuele toepassingen die op de infrastructuur draaien. Bedrijven moeten niet alleen hun eigen beveiligingsprotocollen opstellen en beschermende software implementeren, maar ook beveiligingsexperts inhuren om de infrastructuur te beschermen tegen cyberaanvallen.

De cloud-service provider is verantwoordelijk voor de beveiliging van zijn infrastructuur en platform. Het bedrijf dat de infrastructuur gebruikt, is alleen verantwoordelijk voor de beveiliging van de applicaties die het installeert. Dit vermindert de benodigde investering aanzienlijk.

Wanneer de software van het platform moet worden bijgewerkt, kan het bedrijf de beslissing intern nemen en de wijzigingen onmiddellijk in gang zetten. Hetzelfde kan worden gedaan voor hardware, hoewel dat een kapitaaltoewijzing kan vereisen en kan leiden tot een kleine onderbreking van de dienstverlening.

De cloud-service provider beheert updates voor platformhardware en -software. Bedrijven die gebruik maken van de dienst kunnen beperkte controle hebben over hoe en wanneer veranderingen plaatsvinden. Dat gezegd hebbende, gezien hun schaalbare aard, kunnen leveranciers van clouddiensten resources bijwerken zonder dat dit gevolgen heeft voor het serviceniveau.